Wintergroene struik met een bossige habitus en groene takken waaraan de feloranje vruchten rijpen.

Struik met wintergroene, bossige habitus en groene takken waaraan de grote, feloranje vruchten rijpen.

Wintergroene plant met aan de top van de stam een veel smalle, zwaardvormige, harde bladeren.

Dit is de extreem zuilvormige cypres van Toscane die als ornamentale zuil voor veel doeleinden geschikt is en al vanaf de oudheid in mediterrane streken voor het accent in het landschap en de formele tuinarchitectuur zorgde. Zeer dichte plant met een donkergroene kleur.

Palm-achtige, langzaam groeiende plant met op oudere leeftijd een korte, dikke, soms meerstammig stam. Bladeren groot, sierlijk uitstaand met zeer veel smalle zijblaadjes, leerachtig en glimmend donkergroen.

Grote struik of boom met grote, glanzende bladeren en zeer opvallende, eetbare tomaat-achtige vruchten. Bladeren in de herfst uitbundig verkleurend naar geel-oranje-rood-purper.

Langzaam groeiende, stamvormende plant met naar alle kanten uitstaande, breed-zwaardvormige bladeren in een blauwgroene kleur en met een stekende bladtop.

Enkelstammige plant met naar alle kanten uitstaande, zeer brede, zwaardvormige bladeren in een dichte bundel.

Winterharde struik of breedkronige boom met grote, eironde bladeren met duidelijke nervatuur en adering; in de vroege herfst met geurende, witte bloemen. Vruchten geel, eetbaar.

Grote, fraaie boom of een spaarzaam vertakte struik met blauwgroene, scherp gerande bladeren die aan jonge planten zilvergrijs gekleurd zijn.

Meest algemene soort met een kegelvormige habitus en een dichte plantvorm. Bladeren klein, rond en glanzend. Bloemen wit met een duidelijk zichtbare bundel gele meeldraden midden in de zomer.

Prachtige grote struik of kleine boom voor tegen een warme zuidmuur; bladeren groot, mooi handvormig; vruchten zeer smakelijk en goed houdbaar.

Zeer grote, wintergroene, breed uitstaande, boom met smal tot breed, donkergroen blad. vormt luchtwortels.

Bladverliezende, middelgrote boom of grote struik met breed, dubbelgeveerd, tot 45 cm lang blad. Bloemen groot, klokvormig, helder blauwviolet met wit, in pluimvormige trossen, Bloeit vlak voor het uitlopen van het blad.

Meestal flinke, opgaande struiken of op stam veredelde boompjes met een afbladderende stamschors. Bladeren 3-6 cm lang, donkergroen met een purperrode herfstkleur. Bloemen in dikke trossen, talrijk en met witte, rode, roze en zalmkleurige tinten.

Wintergroene struik met een zeer dichte structuur die in allerlei vormen kan worden gesnoeid. Bladeren leerachtig, 5-10 cm lang, donkergroen en zeer aromatisch.

Dichtbossige wintergroene liguster met kleine ronde tot ovale blaadjes. Wordt in zeer veel verschillende vormen geknipt.

Japanse liguster met grotere, glanzende bladeren en witte bloemen in trossen van juli tot september. Geel- en zilverbonte cultivars zijn voorhanden.

Wintergroene boom of struik met grote, glanzend, donkergroene bladeren en grote, geurende, crêmewitte bloemen. Boom kan tot grote afmetingen uitgroeien.

Een fraaie compacte rijkbloeiende vorm met smalle bladeren en witte bessen. Bloeit in de herfst met roze getinte bloembladeren en een fontein van witte meeldraden.